De Beste Bescherming Tijdens of Na een Blessure

Blessures horen bij elke sport en zijn niet altijd te voorkomen. Zo heeft 1 op de 10 sporters een blessure. In 2021 rapporteerde bijna 10% van de wekelijkse sporters een sportblessure opgelopen te hebben in de afgelopen 3 maanden. In de Sport Toekomstverkenning wordt geconcludeerd dat naar verwachting het aantal sportblessures onder de gehele bevolking toeneemt. 

Volleybal staat in de top 10 van sporten in Nederland met de meeste bezoeken aan de spoedeisende hulp (SEH), naar aanleiding van een blessure. In 2019 liepen zo’n 2.500 volleyballers een sportblessure op.  Van alle Spoedeisende Hulp bezoeken betrof het in 600 gevallen een ernstige blessure (26%). Het aantal volleyballers dat een Spoedeisende Hulp heeft bezocht met een ernstige blessure, bleef in de periode 2010-2019 ongeveer gelijk.

De meeste blessures hierbij ontstaan ten gevolge van het springen, landen, slaan en blokken van de bal. Hierbij kan een volleybal snelheden tot wel 128 km/h bereiken, dit met een kans op letsel mocht de bal een speler verkeerd raken. Daarnaast wordt volleybal in een relatief kleine ruimte gespeeld met 6 personen (vanaf niveau C) en is een botsing of verkeerde landing mogelijk. We onderscheiden acute blessures en overbelastingsblessures. De meeste overbelastingsblessures ontstaan door een foute techniek of beweegpatroon en/of in combinatie met een grote hoeveelheid aan herhalingen [1]. 

De lichaamsdelen waaraan volleyballers het vaakst in 2019 geblesseerd raakten waren:

  • Hand/vingers (47%)
  • Enkel (26%)
  • Pols (8%)

Het type letsel dat we het vaakst bij volleyballers zien is:

  • Breuk hand/vinger (27%)
  • Enkelverzwikking/verstuiking (16%)
  • Spier-/peesletsel hand/vinger (7%)
  • Breuk pols (5%)

De oorzaken van de volleybalblessures waren vaak een val (41%) en geraakt worden door een bal (39%)

Ondanks dat er jaarlijks veel volleyballers in Nederland geblesseerd raken, kan een goede voorbereiding veel blessures voorkomen. Daarvoor is het belangrijk om aan drie zaken voldoende aandacht te besteden:

  • Training

  • Oefeningen

  • Bescherming en uitrusting

Bescherming en uitrusting volleybal

Naast een goed opgebouwde training en de juiste oefeningen, is een juiste bescherming en uitrusting belangrijk. Dat bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Goede schoenen met schokdemping vangen de krachten op die op je voeten terechtkomen tijdens het volleyballen. (klik hier voor geschikte volleybalschoenen).
  • Tijdens het volleyballen moet je lekker kunnen bewegen in je kleding en moet zweet goed opgenomen kunnen worden.
  • Persoonlijke bescherming. Er zijn allerlei beschermingsmiddelen, zoals kniebeschermers en enkelbraces, die tijdens het volleyballen blessures kunnen helpen voorkomen

Hoe kom ik weer veilig terug op het volleybalveld na een blessure? Meer weten over wat te doen bij bovenstaande blessures en wat de beste bescherming biedt? Klik hieronder voor meer informatie!

Het blessurerisico verschilt tussen beach- en zaalvolleybal. Zo ontstaan bij beachvolleybal meer overbelastingsblessures van de schouder in vergelijking met zaalvolleybal [1]. Een mogelijke verklaring hiervoor is het frequenter moeten serveren en slaan doordat er minder spelers in één team zitten. De kans op een verzwikte enkel is dan wel weer kleiner aangezien het er minder geland wordt op elkaars enkels. Tot slot ontstaan er minder patellapeesirritaties bij beachvolleybal omdat minder hoog gesprongen kan worden en het zand een zachter landingsplatform geeft.

Iedere sport heeft voor- en nadelen en geeft risico op andere blessures. Wanneer je op een gezonde manier sport en luistert naar je lichaam wegen de voordelen altijd op tegen de risico’s. Maak een afspraak bij een (sport)fysiotherapeut wanneer u één van deze blessures herkend. Deskundige therapie zorgt ervoor dat weer sneller gevolleybald kan worden. 

Wordt bescherming voor andere gewrichten aangeraden?

Zoals hierboven benoemd zijn klachten aan de enkel en hand/duim het meest voorkomend. Echter zien we in de praktijk vaak veel overbelasting blessures aan schouder, knie, elleboog en heupen. Het ontbreekt aan sterk bewijs om voor deze gebieden een brace te gebruiken. We zien regelmatig het gebruik van kniebraces bij volleybal. Ook hiervoor ontbreekt bewijs naar het effect. Dertig jaar geleden werd een kniebrace sterk afgeraden, maar in de laatste jaren komen ze hier iets meer op terug. Voor deze blessures raden we aan om contact op te nemen met een sportfysiotherapeut om middels fysiotherapie te klachten te laten afnemen. Dit zal bestaan uit een combinatie van:

  • Oefentherapie
  • Advies en educatie omtrent trainingen
  • Actieve rust

[1] K. Eerkes, „Volleyball Injuries,” Current Sports Medicine Reports, vol. 11, nr. 5, pp. 251-256, 2012.

Contact?

Heb je een vraag, suggestie of wil je adverteren op De Volleyballer? Neem contact op. info@devolleyballer.nl